TegenWind Zarren is in geen geval tegen duurzame energieopwekking. Evenwel kunnen wij ons niet scharen achter het feit dat windturbines gebouwd worden in de nabijheid van bewoning en leefomgeving, die onmiskenbare hinder en nadelige impact ondervinden, maar wat kennelijk geminimaliseerd en gebanaliseerd wordt door wetgever en projectontwikkelaars.

Wij pleiten voor een doordachte inplanting en strengere regelgeving, ter bescherming van omwonenden. Een aanvullende afstandsregel die voldoende afstand (10x de wiektip) garandeert tot bewoning en leefomgeving is een must, maar ontbreekt op heden nog steeds in de regelgeving.

TegenWind Zarren aanvaardt niet dat de omwonenden alle nadelen moeten dragen, ten gunste van de maatschappij. Lasten en lusten worden niet evenwichtig verdeeld, integendeel!
De aanklacht tegen deze onrechtvaardigheid wordt ook elders in Vlaanderen uitgebreid gedeeld. Oostkamp, Affligem, Stekene, Lendelede, Geraardsbergen, Westrozebeke-Passendale, St-Jan Ieper, Brielen (Ieper), Beselare, Geluwe, Geluveld-Beselare, de Westhoek, Hamont-Achel, Leuven, Brugge-Zuienkerke, Landegem, Gent-Zuid, Neeroeteren, Battel (Mechelen), Loenhout, Kasterlee, Brugge, Damme, Kruisem, Maaseik, Wetteren, Brecht, … zijn maar enkele gemeentes die dezelfde strijd voeren. Zoveel mensen die tijd, energie, kosten opofferen om hun rechten te verdedigen …

Ook politiek horen we nochtans kritische stemmen en beklag, over partijgrenzen heen:


Wegens de aanwezigheid van een hoogspanningslijn ten zuidwesten van Zarren, en tegelijk van groot Kortemark, richt een projectontwikkelaar z’n pijlen op een brede strook rond deze hoogspanningslijn, die min of meer parallel verloopt met de Vlaestraat, de Zarren-Lindestraat en de Mollestraat, vanaf de gemeentegrens met Staden, tot de gemeentegrens met Diksmuide (Esen), langsheen de dorpskern van Zarren, en tot dicht tegenaan de gemeentegrens met Houthulst en het woongebied rond ‘Terrest’.

Hoewel de vergelijking qua visibiliteit en aanwezigheid in het landschap (en zelfs een ruime regio) niet opgaat, oordeelt de wetgever dat grote windturbines dienen gebundeld te worden aan reeds aanwezige lijninfrastructuren in het landschap, waartoe ook hoogspanningsleidingen van 150kV gerekend worden.
Immers, wetende dat de pylonen van de hoogspanningslijn doorheen Zarren ca 50m hoog zijn, en al snel uit het zicht verdwijnen als je enkele minuten wegfietst vanaf zo’n pyloon, is het vergelijk met windturbines van 200m tot 250m wiektiphoogte buitenproportioneel. De steeds in beweging zijnde windturbines vallen van heinde en ver op. Zo zie je vanop ’s Graveneik de windturbines nabij de E403 in Roeselare, die ruim 14km ver staan. De windturbines in Ieper zie je nog van 12km ver; deze in Poperinge kan je zelfs op bijna 20km afstand nog zien vanuit onze richting.


Om de doelstellingen rond duurzame energie te realiseren, die opgelegd werden vanuit Europa, zet Vlaanderen volop in op onder andere de bouw van windturbines. Waar in een verder verleden nog een ruimtelijk uitvoeringsplan diende opgemaakt te worden, om de oprichting van windturbines mogelijk te maken (dat was vóór 2009), heeft men sindsdien alleen maar de wetgeving verder open gelegd ten gunste van de windlobby. Landbouwgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied werden sindsdien opengesteld; voor tijdelijke verbreding of aanpassing van een gemeenteweg is geen gemeenteraadsbeslissing meer vereist; bestemmingsneutraliteit (zie verder) ten bate van windturbines is al jaren hangende en is een volgende stap die de wetgever intussen zet, om de bouw van windturbines verder te vereenvoudigen.

Terwijl van de gemeentes verwacht wordt dat ze nauw toezien op de inpasbaarheid van pakweg een woning in de omgeving, onder andere door strikte beperkingen inzake bouwhoogtes en afstanden op te leggen, zijn voor de Vlaamse Overheid hoogte en afstand van/tot windturbines in de verste verte geen restrictie. Begrijpe wie kan! Hoeft het te verwonderen dat de burger steeds verder af komt te staan van het beleid?

Bescherming van alle burgers en de leefomgeving tegen alle hinder, dient het uitgangspunt te zijn bij de opmaak van regelgeving. Niet omgekeerd, dat regelgeving op maat gemaakt wordt van het onderwerp van een vergunningsaanvraag, om in casu zo eenvoudig mogelijk windturbines vergund te krijgen, wat op heden wel degelijk het geval blijkt te zijn uit tal van beleidsnota’s die de bouw van windturbines koste wat kost te lijken willen forceren. We lezen immers letterlijk in verschillende beleidsdocumenten dat “barrières” dienen weggenomen te worden … zo wordt dus o.a. het protest van de bezorgde burger benoemd …

  • Een kritische blik op megawindturbines. Deze blogger belicht onder andere de macht van de windlobby binnen het Vlaamse beleid.

  • Om de vergunning van windturbines nog meer te vereenvoudigen, heeft de Vlaamse Overheid bovendien de vergunningverlenende bevoegdheid naar zich toe getrokken. Sinds 2022 staat de Vlaamse Regering zelf in voor het verlenen van omgevingsvergunningen voor windturbines vanaf 1.500 kW. Dezelfde Vlaamse Regering die alles uit de kast haalt om meer windturbines gebouwd te krijgen in Vlaanderen.

    De rol van de steden en gemeentes wordt in deze vergunningsprocedures gereduceerd tot het verlenen van een niet-bindend advies. Over de ingrijpende impact die windturbines hebben op de leefomgeving van haar burgers, hebben zij geen bevoegdheid meer om een aanvraag te beoordelen.

    Tegen een beslissing van de bevoegd minister kan enkel nog in beroep gegaan worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen – de provincies vielen er van tussenuit – wat de mogelijkheid op bezwaar vermindert, en de vergunningsprocedure moet verkorten. Eveneens een ingreep van de wetgever om vergunningsprocedures voor windturbines te verkorten.


    De eigenlijke sectorale voorwaarden waar windturbines dienen aan te voldoen in Vlaanderen, zijn beperkt. Slagschaduw, geluid en veiligheid zijn uiteraard héél belangrijke beoordelingsgronden, maar zijn in dit document de enige. De normen die gehanteerd worden lijken niet al te streng. Bij nazicht van het plan-MER dat opgemaakt werd naar aanleiding van de invoering van de sectorale voorwaarden, blijkt hinder immers wel degelijk te bestaan, maar wordt dit geminimaliseerd tot niet aanzienlijk.
    Projectontwikkelaars die windturbines bouwen, haken hier uiteraard gretig op in, en verkondigen bij hun vergunningsaanvragen dan ook zelfzeker dat ze voldoen aan alle regelgeving, niettegenstaande de hinder wel degelijk bestaat en niet min is.

    Elders op onze website vindt u meer concrete info over deze, en nog meer nadelen, die windturbines teweegbrengen. En verder hieronder (*) geven we u graag ook enkele passages mee uit het plan-MER, die ons de wenkbrauwen doen fronsen.

    Terwijl deze onvoldoende regelgeving van kracht is, lopen trouwens ondertussen (sinds 2023) procedures bij de Raad van State, die de sectorale voorwaarden ter discussie stellen. Omgeving Vlaanderen houdt intussen evenwel onverkort vast aan deze regelgeving … Ondanks het vele protest dat klinkt vanuit de benadeelde bevolkingsgroep.


    Bestemmingsneutraliteit betekent dat de ruimtelijke bestemming van een gebied geen weigeringsgrond meer kan vormen voor de inplanting van hernieuwbare energie-installaties, zoals windturbines. Sectorale voorwaarden, beschermingsstatuten op gebieden, … blijven uiteraard wel van toepassing. Maar of het nu natuurgebied, woongebied, agrarisch gebied, … is, het gewestplan en andere bestemmingsplannen zouden geen rol meer spelen in de beoordeling van een vergunningsaanvraag voor windturbines. De mogelijkheid wordt opengelegd om OVERAL windturbines te kunnen bouwen.
    Begin februari 2025 werd een inspraakprocedure opgestart, als aanvang van een plan-MER-procedurede in het kader van de bestemmingsneutraliteit. U kan via deze pagina opmerkingen en voorstellen formuleren tot 11/04/2025.
    Als u al de moed vindt om dit document door te nemen, hopen we dat u ook over de nodige kennis beschikt om dergelijk document te begrijpen. Het document is immers erg technisch. Wij vinden het vrij unfair tegenover de burger, die inderdaad kans krijgt op inspraak, maar eigenlijk al specialist ter zake moet zijn om daar op te reageren. Een frustratie die ons al meermaals overviel, bij het nagaan van de wetgeving, en de luide stem van de windlobby die hierin speelt, terwijl de stem van de benadeelden amper gehoord wordt door de wetgever.

    Ook de SARO en de MINA-raad gaven vanuit hun standpunt al advies in 2018 omtrent bestemmingsneutraliteit. Hieruit blijkt dat BBL en Natuurpunt dit principe op geen enkele manier steunden, zoals vermeld wordt in dit rapport. Belangrijk nadeel is volgens hen o.a. de kostprijs van gronden in groene bestemmingen, die zal toenemen, wat de realisatie van natuurdoelen drastisch zal belemmeren.
    TegenWind Zarren stelt zich dezelfde vraag voor landbouwgronden. Moeten de gigantische bedragen die geboden worden aan grondeigenaars, leiden tot een speculatieve markt van landbouwgrond? Zal iemand nog iets van landbouwgrond verkopen, als er potentieel grof geld te verdienen valt met de bouw van een windturbine? Komt dit ten goede van de landbouw op zich?
    En wat met de fiscale kant van dit verhaal? Zal een schatter van onroerend goed (i.k.v. verkopen, schenkingen, nalatenschappen, …) voortaan rekening moeten houden met de potentiële meerwaarde van landbouwgronden?
    Het doet ons de wenkbrauwen fronsen.


    Hoewel de beleidsmakers steeds weer het belang van draagvlak benadrukken, hoeft het dus niet te verwonderen dat dit integendeel steeds meer aan het wegkwijnen is, bij een steeds groter wordende groep binnen de bevolking die de nadelen gepresenteerd krijgt.

    Temeer gelet op de werkwijze die projectontwikkelaars blijken te hanteren, reeds bij de aanvang van het project, zo mochten we in Zarren ondervinden … Het verleiden van grondeigenaars met grof geld, ze tegen elkaar uitspelen, en uiteindelijk onbesuisd een wig in onze dorpsgemeenschap drijven … Ook ons gemeentebestuur kon dit helemaal niet appreciëren. Maar het blijkt een werkwijze die door Vlaanderen gedoogd wordt.

    Bovendien ziet de hardwerkende burger het belastinggeld terug gespendeerd worden aan subsidies voor de windlobby. Deze werden onlangs afgeschaft sinds 31/12/2024, maar worden nu opnieuw terug ingevoerd. Een extraatje voor de projectontwikkelaars om grondeigenaars nog gekker te maken?

    Dat z’n woning flink in waarde afneemt, maakt het des te pijnlijker voor diezelfde hardwerkende burger die een windturbine in z’n achtertuin ziet verschijnen. De schamele compensaties van participaties of wat gratis elektriciteit die aangeboden worden, wegen amper op tegen het verlies in vastgoedwaarde en woonkwaliteit.
    Meer nog, dezelfde burger die onder druk van de overheid zonnepanelen legde, om bij te dragen in het groene verhaal, zal straks moeten betalen wanneer hij een overschot aan elektriciteit terugsteekt op het net, en wordt zo helemaal in z’n hemd gezet!


    Vlaanderen is dichtbevolkt, gehinderden zijn onvermijdbaar, wordt aangehaald in het plan-MER dat opgemaakt werd in het kader van de bijgewerkte sectorale voorwaarden van 2023. Kan een overheid het evenwel maken om de hinder oneerlijk te verdelen over de bevolking? Omwonenden van potentiële windturbines voelen zich in de steek gelaten. Een participatie in de windturbines, die amper opweegt tegen de nadelen, is op heden het trieste voorstel dat omwonenden voorgeschoteld krijgen om zich stil te houden.

    Kunnen Europese doelstellingen niet Europees opgelost worden? Bouw van windturbines waar ruimte is, niet hinderend voor mens en samenleving … Of op z’n minst met begrip en inzicht vanuit Europa voor de geografische en demografische verschillen van z’n lidstaten en regio’s.


    • Het windplan in Brugge stelt: “De visuele impact van de windturbines op de waarnemer is groter naarmate windturbines dichterbij de waarnemer staan, groter in aantal zijn en een groter deel van de horizon vullen en in meerdere windrichtingen waarneembaar zijn. Er moet vermeden worden dat bewoners van een gebied als gevolg van de windturbines een gevoel van bedreiging of ingeslotenheid ervaren.”
    • Wijzigingsdecreet 2024 ter facilitering van de inplanting van windturbines:
      “… voor stedenbouwkundige handelingen voor windturbines die volgens het gewestplan in landschappelijk waardevol agrarisch gebied liggen. Als de windturbines gebundeld worden met lijninfrastructuren of bedrijventerreinen die voldoende markant aanwezig zijn in het landschap, worden ze van rechtswege geacht de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar te brengen.”
      >> Van rechtswege! Een oordeel over landschap gebeurt niet eens meer!
    • Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 – frappant (onderaan p.183): “wegnemen van barrières” voor een snellere en vlottere bouw van windturbines … Is de burger die zich tracht te verweren niet meer dan een barrière voor z’n eigen overheid?


    (*) Enkele passages uit het plan-MER van 18/04/2023, opgemaakt i.k.v. de sectorale voorwaarden voor windturbines, zoals hoger aangehaald. Vermeldingen tussendoor, waar uiteindelijk geen rekening mee gehouden wordt.

    Omtrent geluidshinder:

    • … maar lokaal kunnen er zeker een aantal bewoners ernstig gehinderd zijn.
    • Het aantal geluidshinderklachten m.b.t. windturbinegeluid blijft relatief laag (periode 2018 – 2020), maar als die er zijn, dan blijven die klachten ook aanhouden en blijven de bewoners meestal gefrustreerd achter. In bijna alle gevallen is dit in een situatie waarbij het achtergrondgeluid zeer laag is.
    • In agrarische gebieden met verspreide woningen bevinden zich soms ook ernstig gehinderden.
    • Nadat de windturbines in dienst worden genomen blijft monitoring op projectniveau aangewezen …
    • Rond infrageluid eventueel afkomstig van windturbines is er weinig bekend zoals ook aangegeven in het RIVM report 2020-0150 opgesteld door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (dus blijkbaar onnodig na te gaan)

    Enkele passages uit het plan-MER omtrent mens – gezondheid:

    • Stress (als gevolg van hinder) en slaapverstoring kunnen, vooral als zij frequent en gedurende langere tijd voorkomen, onrechtstreeks (zuivere) gezondheidseffecten tot gevolg hebben. Het optreden van hinder en slaapverstoring vormt dus een risico op gezondheidseffecten, ook als deze effecten niet aangetoond worden in onderzoek. Gezien er relatief weinig personen blootgesteld worden aan windturbinegeluid (in vergelijking met wegverkeersgeluid bijvoorbeeld), is het voorstelbaar dat deze effecten wel optreden maar niet uit epidemiologisch onderzoek naar voor komen.
    • Omtrent een studie uit 2016 “Exposure to wind turbine noise: Perceptual responses and reported health effects (Michaud, David S. (2016b))” wordt gesteld:
      Algemeen kunnen we stellen dat er een verhoogde hinder van alle windturbine-effecten is vanaf 35 dB(A) die samengaat met de graduele geluidsverhoging.
    • … indien er klachten zijn over windturbinegeluid, deze vaak te situeren zijn in agrarische gebieden waar het achtergrondgeluid laag is.
    • Wat betreft het laagfrequent geluid zijn er geen normen opgenomen in VLAREM II. Het laagfrequente geluid kan een bron van hinder zijn.
    • Wanneer het aantal windturbines toeneemt, gaat dit mogelijk samen met een toename van het aantal gehinderden, slaapverstoorden en met een verhoogd risico op gezondheidseffecten …
    • … dat het merendeel van de studies zijn uitgevoerd zonder een effectieve medische diagnose van de blootgestelden met mogelijke gezondheidseffecten …
    • De gegevensbank met betrekking tot de klachten is niet structureel opgebouwd zodat het moeilijk is om deze mee op te nemen.
    • Individuele psychosomatische klachten ten gevolge van hinder zijn nooit volledig uit te sluiten.
    • Aanvullend is het op dit ogenblik moeilijk om een representatieve epidemiologische studie uit te voeren gezien het klein aantal mensen die wonen in de directe omgeving van de windturbineparken.

    Enkele passages uit het plan-MER omtrent slagschaduw:

    • De auteur is geen specialist in slagschaduwmodelleringen wel in eventuele gezondheidseffecten. Met betrekking tot de modelleringen en de voorwaarden werd er samengewerkt met een slagschaduwdeskundige van de opdrachtgever.
      >> onafhankelijkheid van het rapport in vraag te stellen
    • Knopper (2014) stelt dat de belangrijkste bezorgdheid rond slagschaduw het risico omvat van lichtgevoelige aanvallen bij mensen met lichtgevoelige epilepsie.
    • Hinder van slagschaduw is echter wel te verwachten …
    • Toch kunnen in praktijk op projectniveau soms volgende milderende maatregelen geformuleerd of gesuggereerd worden om de hinder door slagschaduw (verder) te beperken: • Tijdelijk verduisteren van ramen – door de gehinderden, is een vrijwillige actie (hoort niet bij het project)
      • Objecten plaatsen (bomenrij, afscherming, zonnewering,…) – in samenspraak met de gehinderden en de projecteigenaar
      >> de benadeelden moeten zich aanpassen!
    • De interpretaties zijn gebaseerd op modelleringen. Hier gaat altijd een onzekerheid mee gepaard …
    • We hebben geen gestructureerde gegevensbank om een klachtenanalyse met betrekking tot slagschaduw door te voeren.
    • Wat betreft aanvaardbare hinder rond slagschaduw zijn er geen richtlijnen of standaarden ter beschikking

    Enkele passages uit het plan-MER omtrent veiligheid:

    • … dat er binnen de studieperiode nooit een sociaal risico van 5 of meer slachtoffers wereldwijd genoteerd werd.
      >> minder dan 5 slachtoffers speelt dus geen rol?
    • Als algemeen preventieprincipe kunnen we wel stellen dat uit veiligheidsoogpunt het in tijd en ruimte scheiden van de gevaarbron en de receptor de meest effectieve maatregel is. Andere afwegingkaders maken het toepassen van dit principe niet altijd mogelijk doch wat betreft veiligheid is dit het beste uitgangsprincipe.
      >> maar het gebeurt dus niet …
    • Het aantal incidenten met ijsval en ijsworp kan niet weergegeven worden.
    • IJsval is een belangrijk risico voor schade aan objecten onder de windturbine en mogelijks gekwetsten of slachtoffers die zich onder de windturbine bevinden wanneer het ijs valt.
    • Bijkomende risicoreducerende maatregelen voor derden:  (i.v.m. ijsworp)
      • Waarschuwingsborden, omheining, beperking van publieke activiteiten, afsluiten van wegen en parking
      • Adequate communicatie naar de derden
      • Voor de mensen die in de omgeving werken zijn persoonlijke beschermingsmiddelen aangewezen.

    Enkele passages uit het plan-MER omtrent biodiversiteit:

    • … zijn er wel een aantal studies die aantonen dat ultrasone verstoringseffecten kunnen optreden bij vleermuizen …
    • Hierdoor wordt de communicatie verstoord, wat broedsucces en fitness kan impacteren. Het is aannemelijk dat vogelsoorten die communiceren met lage tonen hierdoor meer geïmpacteerd worden.
    • De verstorende werking van windturbines op vleermuizen lijkt op basis van de huidige kennis hieromtrent minder groot dan bij vogels, maar lijkt evenwel niet uitgesloten (Everaert et al. 2015). Verstoringseffecten komen naar voor in verschillende studies.
    • Er wordt opgemerkt dat geluidsvoorwaarden opgesteld zijn voor mensen, en niet gelden voor fauna. Op basis van de voorgestelde en geëvalueerde case studies kan besloten worden dat de windturbines in de voorgestelde cases allen een zekere invloed hebben inzake verstoring op de in de omgeving voorkomende fauna (vogels en vleermuizen) in het basisscenario.
    • Verder wetenschappelijk onderzoek naar verstoring van vleermuizen en vogels door windturbines is wenselijk …

    Over leemten in de kennis:

    • Momenteel is er heel weinig kennis in verband met trillingen die er zouden optreden tijdens de werking van windturbines.
    • Ook rond infrageluid eventueel afkomstig van windturbines is er weinig bekend zoals ook aangegeven in het RIVM report 2020-0150.
    • De literatuurstudie i.k.v. de discipline mens-gezondheid werd met de grootste zorgvuldigheid uitgevoerd. De belangrijkste studies zijn weergegeven zonder dat de volledigheid kan gegarandeerd worden.
    • In de discipline mens-gezondheid werd er gesteld dat het merendeel van de geraadpleegde studies uitgevoerd zijn zonder een effectieve medische diagnose van de blootgestelden met mogelijke gezondheidseffecten …
    • In Vlaanderen is er geen gestructureerde gegevensbank om een klachtenanalyse met betrekking tot geluidshinder, slagschaduw of gezondheidseffecten door te voeren.
    • De interpretaties in het hoofdstuk slagschaduw zijn gebaseerd op modelleringen. Hier gaat altijd een onzekerheid mee gepaard …
    • Momenteel ontbreekt immers meer onderzoek om de verstoringsafstanden (inclusief geluidsverstoring en verstoring door aanwezigheid en beweging van de turbines) verder te verfijnen …
    • Voor de discipline klimaat kan er op worden gewezen dat de inschatting van de klimaatmitigerende functie van windturbines in essentie een theoretische en wiskundige benadering is …

    In de eindbeoordeling:

    • Het is een suggestie om met de sector in dialoog te gaan om op een meer gestructureerde wijze de data van incidenten met externe slachtoffers door falen van windturbines bij te houden … (omtrent veiligheid)
    • Het aantal potentieel ernstig gehinderden bedraagt minder dan 5 % van de bevolking die blootgesteld zijn aan windturbinegeluid.
      >> 5% van meer dan 6,822 miljoen Vlamingen = ruim 341.100 Vlamingen!